Zelfrijdende auto’s in China zijn al dagelijkse realiteit

Tijdens onze AI-expeditie naar China zagen we het met eigen ogen: de toekomst van mobiliteit wordt hier gebouwd — niet in Stuttgart, niet in Wolfsburg, en ook niet in Parijs, maar in steden als Shenzhen en Shanghai. We reden mee in een volledig zelfrijdende auto van AITO, het automerk van Huawei. De auto bracht ons feilloos door de stad. Geen hand aan het stuur. Geen ingreep nodig. En dat alles zonder demo, zonder PR-show — gewoon praktijk. En toen werd het pijnlijk duidelijk: de Europese auto-industrie is blijven steken in de middeleeuwen terwijl de renaissance al lang is begonnen.
Tesla in de VS geldt als hét toonbeeld van zelfrijdende technologie met FSD13. Ook reden we in San Francisco uren in Waymo-taxi's — geen stuur, geen bestuurder, volledig autonoom. Maar de ervaring in China met AITO was minstens zo goed. De auto navigeerde zelfstandig door druk verkeer, herkende voetgangers, scooters, verkeerslichten, alles realtime. En hoewel er nog een backup-bestuurder aanwezig was, was ingrijpen nergens voor nodig. De conclusie? Autonoom rijden is in China niet toekomstmuziek, maar dagelijkse realiteit.
China telt inmiddels 250 automerken. Veel daarvan zijn ontstaan in de afgelopen 5 tot 10 jaar, met volledige focus op elektrische én autonome mobiliteit. Van Xiaomi, Yangwang en NIO tot BYD en AITO: dit zijn geen start-ups meer, dit zijn volwassen bedrijven met massaproductie, innovatiekracht en software die staat als een huis. Wat ons opviel: deze merken combineren AI, design en technologie op een niveau dat we in Europa zelden tegenkomen. Rijke interfaces, LIDAR, OTA-updates, deep learning voor verkeersherkenning, en dashboards die aanvoelen als een verlengstuk van je smartphone.
De AITO waarin wij reden? Kost tussen de €70.000 en €80.000, en self-driving zit daar gewoon standaard bij inbegrepen. Vergelijk dat eens met Europese merken die voor elke software-update nog een abonnementsmodel proberen te pushen. We lopen twee stappen achter — en het worden er snel meer.
Als het tempo van innovatie in China zich de komende jaren doorzet, dan is de conclusie onvermijdelijk:
- De Europese auto-industrie stevent af op irrelevantie.
- We produceren auto’s die voelen als tech van gisteren, tegen een hogere prijs, met tragere innovatie en minder visie.
- Intussen rollen er in China elke maand nieuwe modellen van de band die wél klaar zijn voor een zelfrijdende toekomst.
Zonder radicale koerswijziging — een shift naar customer-first denken, automatisering in het productieproces, versnelling in AI-integratie en een open houding ten opzichte van wereldwijde concurrentie — dreigt Europa de race definitief te verliezen.
Juist daarom organiseren we in september opnieuw een AI-expeditie. Niet voor de leuk. Maar omdat we geloven dat ondernemers, bestuurders en techteams dit met eigen ogen moeten zien. Niet om het Chinese model te kopiëren, maar om te begrijpen wat er nodig is om überhaupt nog mee te doen.
We bespreken onder andere:
Europa heeft nog een kans. Maar dan moeten we nu heel hard bijsturen. Anders kijken we straks naar een industrie die zichzelf heeft ingehaald — en achterliet.