Nederland mist AI-urgentie: tijd om leiders én medewerkers in beweging te krijgen

Slechts 22,7 procent van de Nederlandse bedrijven met tien of meer werknemers gebruikte in 2024 één of meer AI-technologieën. Dat is weliswaar een groei van bijna negen procentpunt ten opzichte van 2023 (bron: CBS), maar het blijft schril afsteken tegen de snelheid waarmee de rest van de wereld opschakelt. Het probleem zit niet in onze infrastructuur of in een gebrek aan talent; het zit in gebrek aan urgentie. Die rem zien we op twee niveaus.
Veel Nederlandse bestuurders redeneren nog steeds: “Eerst maar eens afwachten tot AI zich bewezen heeft.” Die houding was bij eerdere technologische golven al riskant; bij AI is uitstel fataal. Nieuwe markttoetreders bouwen vanaf dag één bedrijfsmodellen waarin AI het vertrekpunt is. Zij innoveren omdat het kan – niet pas als het écht moet. Wanneer een gevestigde speler dan eindelijk wil meebewegen, zijn marktaandeel en marge vaak al afgesnoept.
Ook binnen teams ontbreekt vaak de drive om AI echt in het dagelijkse werk te verankeren. Een eenmalige prompt-cursus of een verplichte tooldemo verandert gedrag niet structureel. Uit onderzoek van EY blijkt dat slechts 66 procent van de Nederlandse werknemers ervaring heeft met AI-toepassingen; in landen als Spanje en Zwitserland ligt dit boven de tachtig procent. EY
Intrinsieke motivatie ontstaat pas als medewerkers zelf ontdekken hoe AI hun werk leuker, sneller en creatiever kan maken. Daarvoor is een veilige experimenteerruimte nodig, voortdurende micro-learnings en een cultuur waarin successen én mislukkingen openlijk gedeeld worden.
Nederland heeft de kennis, de data-infrastructuur en een bruisend start-up-klimaat, maar laat kansen liggen doordat urgentie ontbreekt. Bedrijven die nú versnellen, profiteren van een voorsprong; bedrijven die afwachten, lopen het risico ingehaald te worden door flexibelere concurrenten – uit eigen land én ver daarbuiten.
Wat doet jouw organisatie deze maand om AI-urgentie te creëren? Deel je plannen of successen; samen kunnen we de lat voor Nederland hoger leggen.