Silicon Valley versus China: twee toekomsten van AI – en de keuze waar Nederland nu voor staat

Na twee intensieve AI-reizen – één door de Verenigde Staten, met bezoeken aan onder meer Silicon Valley, en één door China – maken we de balans op. Twee landen, twee totaal verschillende aanpakken van kunstmatige intelligentie. Waar Silicon Valley draait op snelheid, experiment en ondernemerschap, laat China zien wat er mogelijk is als innovatie centraal wordt aangestuurd en grootschalig wordt uitgerold.
Beide systemen werken. Maar ze sturen elk op een andere logica – en daar ligt ook de les voor Nederland.
Wie door Silicon Valley reist, voelt energie - een ecosysteem dat continu in beweging is.
AI is hier geen technologie meer, maar een infrastructuur: iets wat alles aandrijft, van bedrijfsstrategie tot wetenschappelijk onderzoek. Maar wie diezelfde bril opzet en naar China kijkt, ziet iets totaal anders – en minstens zo indrukwekkends. Daar draait het niet om innovatie vanuit experiment, maar om innovatie op schaal. Waar Silicon Valley floreert op openheid en snelheid, excelleert China in integratie en uitvoering. Twee uitersten, die samen de wereldwijde AI-ontwikkelingen domineren.
En precies daartussenin: Nederland, dat nog steeds zoekt naar z’n eigen route.
De snelheid van Silicon Valley: innovatie als reflex
In Silicon Valley is het tempo verbijsterend. De grote AI-labs van bedrijven als OpenAI en Anthropic brengen nieuwe modellen uit op een ritme dat eerder lijkt op softwareversies dan op onderzoeksdoorbraken. Wat vandaag onmogelijk is, wordt morgen alweer opgelost. De gesprekken daar draaien niet om wat AI kan, maar om hoe we het duurzamer, efficiënter en betrouwbaarder maken. De focus ligt op optimalisatie: minder energie, meer prestaties. Iedereen werkt aan dezelfde stack: van chips tot modellen, van datacenters tot eindapplicaties. En wat opvalt - en ook anders is dan bij onze reis vorig jaar - het hele ecosysteem beweegt in één richting. De samenwerking tussen hardwarebouwers, modeltrainers, ontwikkelaars en investeerders is hecht – niet door regulering, maar door een gedeeld doel: de versnelling van intelligentie. AI is niet iets wat “je gaat gebruiken”, het is de motor van alles.
In China daarentegen is het niet de snelheid van innovatie die opvalt, maar de schaal van implementatie. Waar Silicon Valley AI bouwt, past China het toe – overal, tegelijk en op ongekende schaal.Tijdens de reis langs Chinese techhubs viel vooral dat op: de mate waarin AI al verweven is in de samenleving. Van slimme steden tot logistieke hubs, van retail tot gezondheidszorg – overal draait het om datagestuurde besluitvorming. Chinese bedrijven wachten niet tot de technologie “af” is. Ze bouwen door terwijl ze implementeren. Experimenteren gebeurt niet in labs, maar in de echte wereld. En omdat de overheid, industrie en universiteiten nauw samenwerken, ontstaat een vliegwiel van beleid, financiering en uitvoering dat moeilijk te evenaren is.Waar Silicon Valley drijft op ondernemerschap, drijft China op coördinatie. Het resultaat: een ongekende snelheid van adoptie, maar vaak minder ruimte voor fundamentele reflectie of ethische tegenkracht.
Beide modellen leveren indrukwekkende resultaten op. Maar ze belichten ook elkaars zwakke plekken:
Nederland bevindt zich in een ongemakkelijke middenpositie. We beschikken over talent, infrastructuur en kennis – maar missen focus en tempo. We hebben de creativiteit van Silicon Valley, maar niet het investeringsritme.
We hebben de organisatiekracht van China, maar niet de daadkracht.Het gevolg is dat AI hier vaak blijft hangen in pilotprojecten, strategieconsults en beleidsdocumenten. De echte schaal – die waarin AI processen, bedrijven en sectoren transformeert – blijft nog uit. De kernvraag is daarom niet of Nederland mee kan doen, maar of we durven te kiezen. Kiezen voor een richting, een visie, een nationale ambitie die verder gaat dan losse initiatieven.
Innovatie vraagt om vrijheid, niet om toestemming. Nederland moet de ruimte creëren om te experimenteren, fouten te maken en te leren.
Snelle iteratie is de motor van vooruitgang.
Goede ideeën sterven in de pilotfase als er geen beleid of infrastructuur is om op te schalen.
Nederland heeft sterke kennisinstellingen en bedrijven – maar mist een geïntegreerd systeem waarin overheid, bedrijfsleven en onderwijs samen optrekken.
AI mag niet alleen een technologisch project zijn, maar ook een maatschappelijk kompas.
We moeten bepalen waarvoor we AI willen inzetten: niet enkel voor efficiëntie, maar voor brede vooruitgang.
De AI-revolutie zal niet wachten tot we er klaar voor zijn.
China bouwt aan schaal, Silicon Valley bouwt aan snelheid – en beiden bouwen aan toekomstig leiderschap.
Als Nederland relevant wil blijven, moeten we de unieke kracht van beide werelden combineren:
Dat vraagt om visie, lef en samenwerking. Niet wachten tot het “veilig” is om te experimenteren, maar juist nu de sprong wagen. Want de toekomst van AI wordt niet geschreven door de snelsten of de grootste – maar door degenen die het meest doelgericht durven te handelen.